1.Posted by Gwennaëlle Gribaumont, Wednesday March 18, 2020, Arts Libre de La Libre BelgiqueUn souffle, un geste
Le travail de Saskia Weyts explore les accords possibles entre les couleurs et les sensations ressenties par l’artiste
Née dans une famille d’artistes, d’esprit littéraires et de musiciens, Saskia Weyts(Bruges, 1964)ne fait qu’un avec les oeuvres qu’elle produit.Et pour cause : le processus de création et tout aussi important que l’oeuvre terminée, présentée en galerie.Ici, des huiles sur papier qui partagent la sensibilité d’une aquarelle.Concentrés d’énergie vitale, ses réalisations explorent les potentialités créatrices du geste au travers de ce qu’ils peuvent traduire des sensations.
Préparée physiquement et mentalement, l’artiste doit faire preuve d’une grande maîtrise de son corps pour arriver à ce mouvement, cette ondulation très naturelle- traduisent une force vitale- qui se résume à un seul geste aux allures de vague.Lequel s’accompagne d’un seul souffle.Une démarche proche de la calligraphie chinoise.Tout se joue dans l’espace d’un instant.Le « un »est la totalité.Un travail dans lequel elle traduit et exprime son espace intérieur, non sans une charge spirituelle.
Un univers intime exploitant une sublime palette chromatique explorant ses propres sensations.La couleur, dégageant une forme de pureté et une fraîcheur susceptible de vivifier le regard, constitue l’un des enjeux constants et majeurs de son travail.L’artiste nous le confiait : « La couleur, c’est la vie.C’est la lumière.Tous les êtres cherchent la lumière.Sans elle, nous ne pouvons pas vivre.A travers les tableaux, je souhaite partager cette lumière et donner de la joie »Un souffle.Une couleur.Un geste.Une graine qui va germer.L’occasion de se tourner vers notre propre espace intérieur, à l’écoute de ce que nous sommes.
2.Posted By Annelies Vanbelle, juni 2020, The art couch.be
Saskia Weyts imponeert of pretendeert niet met haar kunst, ze verfijnt. In een subliem, subtiel spel met licht en kleur tilt ze de waarneming van de kijker naar een andere dimensie. Wat je ziet is de muziek van haar ziel, zijn de tonen van haar hart. Want schoonheid schenken aan de wereld vindt ze zoveel belangrijker dan naam en faam.
“Ik heb geen enkele pretentie”, vertelt ze, “en weinig uitstaans met de klassieke kunstwereld. Ik voel me meer met de mensheid verbonden dan met trends. Wat ik wens is iets creëren dat de ander met warmte vervult. Kunst is voor mij een daad van liefde, een tegengif voor de lelijkheid en het geweld in de wereld.”
Hiervoor schakelt ze in haar werk twee medestanders in: licht en kleur. Ze designeert het zelf zo niet, maar wij kunnen niet anders dan synesthesieën zien in haar werk: een moeiteloos overvloeien van kleur in klank en omgekeerd. “Voor mij zijn deze één”, vertelt ze, “ik probeer de gevoelens in mij zo goed mogelijk te vertalen naar een samengaan van kleuren, ik probeer te luisteren naar mijn innerlijke muziek en dit te transponeren naar het blad, te laten weerklinken wat ik hoor.”
Ze kiest liever voor papier dan voor canvas. “Papier is warmer, ontvankelijker, sensueler. Het is een andere levensvorm.” Oog in oog met het witte blad ontstaat een welhaast sacrale ontmoeting: “Elke tekening, elk schilderij is voor mij een conversatie. Face-à-face met een spiegel van jezelf. Iets waarvan ik diepgaand geniet, want het haalt onbewuste betekenislagen naar boven, die ik anders nooit opgemerkt had.”
Meditatief
Vooraleer ze aan het werk gaat, volgt er een periode van verstilling. Ze zoekt de plek in zichzelf waar alles tot stilstand komt, ver weg van de verstrooiing. Dat kan door simpelweg stilzitten, maar ook door wandelen of luisteren naar sacrale muziek die “uithemelt om ons op te hemelen”, aldus Saskia. “Ik probeer mijn lichaam voor te bereiden om zo goed mogelijk te kunnen luisteren. Hoe meer je mediteert, hoe meer openheid ontstaat voor dit alles”.
Ze begreep de noodzaak van die diepe concentratie en urenlange observatie voor het eerst toen ze in 2013 voor een wilde oceaan stond, in Portugal. Ze heeft daar een terugtrekplek, een ‘niemandsland’ weg van de wereld: “Het is alsof ik daar echt tot leven kom. De dynamiek van de golven geeft me een energie en een inspiratie die geen mens me kan schenken. Ik leerde daar te kijken, écht te kijken naar het wezen der dingen. De oesterschelpen die ik vond in de lagune waren een eerste stap. Hoe langer je observatie, hoe meer je inspiratie actief wordt. Dan pas kun je een authentieke representatie maken. Iets wat helemaal van jou is, wat dieper gaat dan de oppervlakte, dat raakt aan de werkelijke essentie van schoonheid.”
Schilderen lijkt voor Saskia Weyts dus erg op meditatie. Haar affiniteit met het oosten is groot. Ze is verknocht aan het denken van François Cheng (Vide et plein, 1991), die haar het belang leerde van leegte en witruimte. Al haar werken zijn voorzichtige apparities in het grote niets – een quasi vluchtige getuigenis in de omringende gastvrije oneindigheid. “Die witte ruimte is voor mij het licht zelf. Een puurheid en zuiverheid die kracht geeft aan de volle vorm. Iets wat leven laat ontstaan, zoals een pasgeborene wordt gewikkeld in een smetteloos wit doek.” Zo keek ze ook naar de keien die ze schilderde in 2017: “Hoe langer je kijkt, hoe meer het licht zich openbaart. Deze keien zijn anders van kleur, contrastrijker, meer opgelicht, als ze onder water zitten. Ik schilderde ze wanneer ze gedroogd waren, maar met het verblindende licht in het achterhoofd.”
Een droom
Als je Saskia Weyts hoort praten, heb je weinig vermoeden over haar achtergrond. Ze woont al jarenlang in Brussel, maar groeide op in Brugge. Haar ouders waren juristen en droomden voor haar een gelijkaardige toekomst – rationeel, afgelijnd. Maar zij werd omringd door andere inspirerende geesten, die haar de weidsheid toonden van de wegen die het leven kon gaan. Haar grootvader bijvoorbeeld, de schrijver en dichter Staf Weyts, die elke avond een verhaal vertelde voor het slapengaan en hiermee haar verbeelding aanzwengelde: “‘Doe vooral anders’, was zijn devies. Alles wat buiten de school viel, vond hij belangrijk.” En dan waren er ook de vele muzikanten aan haar moederskant en haar grootneef Herman Sabbe, waarmee ze een jarenlange correspondentie voerde als kind: “Uit die brieven kan ik afleiden dat ik reeds op jonge leeftijd tekende en poëzie schreef. En dat hij vond dat ik artiest moest worden.”
Zij allen, en misschien nog het meest de twee astrologen die deel uitmaakten van haar familie, zorgden ervoor dat ze haarfijn luisterde naar de droom die ze op een nacht had: ze moest kunst gaan studeren. En zo geschiedde – hoewel haar ouders het aanvankelijk beschouwden als een gril – eerst aan Sint-Lucas in Gent, daarna aan de academie van Doornik, waar ze op dit moment ook hoofddocent tekenen is. “Ik heb het geluk gehad dat ik zelf de nieuwe afdeling mocht oprichten en vormgeven, met collega’s die ik mocht kiezen en met de filosofie waar ik zelf achtersta. Ik loop hiermee helemaal niet in het geijkte paadje van andere kunstscholen, waar het conceptuele vaak primeert. Kunst draait voor mij om schoonheid, om ‘l’émerveillement’, de verwondering om het mooie. Pure passie is het. Dat tracht ik mijn studenten mee te geven.”
Golfbeweging
Kunst als onstilbaar verlangen, een criante noodzaak voor zij die als Saskia Weyts met zeer receptieve voelhorens uitgerust zijn. Een ‘nécessité intérieure’, zoals Kandinsky het noemt in zijn boekje Het geestelijke in de kunst (1911). “Ze zeggen wel eens dat ik geboren ben met een zesde zintuig. De uitdaging is voor mij om dat om te zetten in kunst. Het gevoel, weg van de rede, te laten openbloeien als een bloem, op papier. Schoonheid maakt ons innerlijk rijk. Ik probeer enkel tot mij te nemen én te creëren wat vreugde genereert, wat resoneert met het lichtrijke deel in mezelf.”
Hiertoe hanteert ze heel bewust kleur. Ze mengt haar kleuren nauwgezet vooraf, tot een harmonie die haar bevalt, en brengt dit dan in één of meerdere onbevangen bewegingen aan. Door te strijken met papier, of te masseren met haar handpalm, nooit met penseel. Sinds kort gebruikt ze ook het heen en weer wiegen van het papier zelf om tot een vorm te komen. “Als golfbewegingen, als eb en vloed, in eenheid met wat ons omringt. Er is verf die ik lang laat staan, tot ze een korrelige structuur krijgt, zoals erosie in de natuur. De verf zoekt haar weg, zoals een waterval of een rivier slingert in haar bedding. Ik ben slechts degene die me overgeeft aan de beweging. In de woorden van Picasso: ‘Je ne conduis pas, je suis conduit.’ Het moment dat ik macht tracht uit te oefenen over de beweging, valt deze stil, sterft deze af. Elke tekening is slechts een ademzucht, een kortstondige geste die zowel geboorte als dood in zich draagt. Ik ontvang ze als een gift, zoals ik ook het leven ontvang.”
Een mooier slotakkoord kunnen wij niet bedenken. Soms moet ook de kunstschrijver weten wanneer te zwijgen. En dat is nu dus. (point final).
3.Posted By Frederic De Meyer,december 2020, The Art Couch.be
Een meditatief spel tussen verf en papier, twee nieuwe reeksen van Saskia Weyts
Nieuwsgierig en alert gemaakt door het artikel dat Annelies Vanbelle aan het werk onlangs van Saskia Weyts weidde, begaf ik me gisteren tot Het Atelier in Brugge, waar ze op uitnodiging van Marleen Scevenels twee weekends lang haar nieuwe werk toont. Twee distinctieve reeksen, bezield met heel andere toonaarden, aparte innerlijke melodieën. Het verschil tussen beide reeksen getuigt meteen van de grondslag van haar kunstpraktijk: de eerste reeks werd gemaakt tijdens haar verblijf in Frankrijk, in de lente, omgeven door de steeds veranderlijke, zichzelf hernieuwende kleurenpracht van de natuur. In de tweede reeks primeert het grijszwart, die ze haalt uit haar wandeltochten doorheen het verlaten, herfstige Brugge, langs de onpeilbaar donkere grachten van haar jeugd.
De techniek blijft dezelfde: een soort meditatief spel tussen verf en papier, die zij enigszins dirigeert, maar evengoed een vrije, natuurlijke loop laat. Een flux ontstaat tussen haar mentale voorbereiding en de vorm die deze aanneemt in de patronen die zich in haar handen ontvouwen, een ‘eenheid’, waar geen definieerbare rol wordt toebedeeld aan de schepper of het geschapene. Het uiteindelijke ‘werk’ (wat een vies woord wordt dit plots in dit kader) kan dan ook niet gelezen worden als louter een transcriptie van haar gevoelswereld, maar wel als een zuivere extensie ervan.
Dat het dan eens donker kleurt, op uitnodiging van de zwarte Brugse kanalen in het
Brugge dat uit een roman van Yourcenar lijken te zijn ontsproten, bespekt met de blanke huid van de anachronistisch ogende zwanen erop, dan eens uitbundig kleurrijk en wulps als een langzaam ontluikende, onontgonnen landschap, het verschil is uiteindelijk heel miniem, misschien zelfs onbestaand.
Bij aanvang van ons gesprek vergelijkt ze haar praktijk met dat van een kalligraaf. Het verbaast me wat: is een kalligraaf niet bij uitstek een kunstenaar die het hele pad van zijn constructie nauwgezet beheerst, die doelbewust van meet af aan de uitkomst van zijn creatieve formule in het oog houdt, bij elke penseelstreek die hij uitvoert, elke beslissing die hij neemt? Saskia wijst echter op een andere gelijkenis: de magie van de kalligrafie ligt misschien minder in de uitkomst, maar in de uitvoering ervan, de fluïditeit van de handeling, de intensiteit van de inspanning wanneer hij aan het werk is, de eenheid die hij nastreeft tussen handeling en resultaat van het handelen.
The best teachers are those who show you where to look, but don’t tell you what to see…
4.Posted by Johan Debruyne, 23 décembre 2020, 13:19
·Subtiele SCHILDERIJEN
SASKIA WEYTS nog eens in haar geboortestad
Ooit heb ik haar inaugurele tentoonstelling toegelicht. In Brugge was dat. Lang geleden. Meer bepaald in een ruime kelder onder een horecazaak. Je moet ergens beginnen.
Hoe het werk er toen uitzag, ben ik vergeten. Saskia Weyts (°Brugge, 1964) volgde de lessen schilderkunst aan de academie van Doornik (waar ze vandaag de tekenafdeling leidt) en verdiepte zich nadien in Brussel in grafische technieken. Ze woont en leeft in Brussel en trekt met regelmaat naar plekken in Portugal en Frankrijk, waar ze - volkomen afgescheiden van het mensdom - probeert één te worden met de natuur, voornamelijk met de zee, die haar inspireert en geestelijk voedt. Het spel der getijden biedt haar zelfs tastbaar materiaal.
Onlangs stelde ze in Brussel tentoon. Maar corona verpestte het artistieke gebeuren. In die periode zag ik op het internet een foto van een klein werk van haar passeren. Het deed me bijzonder sterk terugdenken aan een klein schilderij op een brokje marmer, getekend “Pieter Vermeersch”. Dit was dan weer in Museum M Leuven. Het kleinood maakte deel uit van een bekroonde tentoonstelling die vele ingewijden als de beste Belgische tentoonstelling in jaren catalogeerden. Het werkje was niet meer dan een “wreef” verf, een kleine kleurrijke buiging, en het was alsof er geen menshand mee gemoeid was geweest.
Dit weekend nog kan de kunstliefhebber het verrassende en authentieke werk van Saskia Weyts in Brugge gaan bewonderen. Saskia trok zich gedurende zo’n 14 dagen terug in een bizarre, oude brok architectuur op de hoek van de s’ Gravenstraat. Je kan er wel royaal binnenkijken.
WIT EN LICHT
Er hangen enkele grote werken, maar de meeste schilderijen (olie op papier) liggen op tafels gespreid, enkel gescheiden door zijdepapier.
Als criticus en oude bekende mocht ik (digitalerwijs) mijn geheugen en mijn nieuwsgierigheid opfrissen en koesteren en doorheen haar oeuvre laveren. Toen nog geabstraheerd figuratief, maar al heel transparant, licht en bijzonder suggestief en sfeervol. Het spelen met wit en licht is altijd cruciaal geweest. De zogenaamde abstractie is er gekomen met ervaringen in Portugal, waar ze zich bewust afzonderde en alleen de oceaan zag, hoorde en ademde.
Nadat ze in een volkomen serene gemoedsstemming is geraakt en de kleuren zijn klaargemaakt, gaat ze die met haar handen over het papier spreiden. Gebarentaal met verf.
Collega Annelies Vanbelle van The Artcouch omschrijft haar werk als “sublieme synesthesieën”. Ik heb nu even te weinig tijd om me uit te putten in andere omschrijvingen, maar dit werk moét gezien worden, vindt ook voornoemde collega.
Hoe Saskia Weyts subliem en subtiel met kleur en licht werkt, leidt tot creaties die nauwelijks te vatten zijn en waarin een verhalenverteller als deze jongen van toch weer herkenbare dingen gaat zoeken. Leven, vormen, lijnen en lijven in fossielen waarin al zo veel leven zit versteend.
Haar werk vervult de kijker met warmte. Meer hoeft het voor Weyts niet te zijn. Schoonheid laten zien, geïnspireerd door landschappen, luchten, door zee, stenen en de schelpen, via een zuivere ziel en vaardige handen.
Uniek werk, nog dit WE van 11 tot 18u. in de ’s Gravenstraat 2 te 8000 Brugge, op een boogscheut van de Gistfabriek.
Le travail de Saskia Weyts explore les accords possibles entre les couleurs et les sensations ressenties par l’artiste
Née dans une famille d’artistes, d’esprit littéraires et de musiciens, Saskia Weyts(Bruges, 1964)ne fait qu’un avec les oeuvres qu’elle produit.Et pour cause : le processus de création et tout aussi important que l’oeuvre terminée, présentée en galerie.Ici, des huiles sur papier qui partagent la sensibilité d’une aquarelle.Concentrés d’énergie vitale, ses réalisations explorent les potentialités créatrices du geste au travers de ce qu’ils peuvent traduire des sensations.
Préparée physiquement et mentalement, l’artiste doit faire preuve d’une grande maîtrise de son corps pour arriver à ce mouvement, cette ondulation très naturelle- traduisent une force vitale- qui se résume à un seul geste aux allures de vague.Lequel s’accompagne d’un seul souffle.Une démarche proche de la calligraphie chinoise.Tout se joue dans l’espace d’un instant.Le « un »est la totalité.Un travail dans lequel elle traduit et exprime son espace intérieur, non sans une charge spirituelle.
Un univers intime exploitant une sublime palette chromatique explorant ses propres sensations.La couleur, dégageant une forme de pureté et une fraîcheur susceptible de vivifier le regard, constitue l’un des enjeux constants et majeurs de son travail.L’artiste nous le confiait : « La couleur, c’est la vie.C’est la lumière.Tous les êtres cherchent la lumière.Sans elle, nous ne pouvons pas vivre.A travers les tableaux, je souhaite partager cette lumière et donner de la joie »Un souffle.Une couleur.Un geste.Une graine qui va germer.L’occasion de se tourner vers notre propre espace intérieur, à l’écoute de ce que nous sommes.
2.Posted By Annelies Vanbelle, juni 2020, The art couch.be
Saskia Weyts imponeert of pretendeert niet met haar kunst, ze verfijnt. In een subliem, subtiel spel met licht en kleur tilt ze de waarneming van de kijker naar een andere dimensie. Wat je ziet is de muziek van haar ziel, zijn de tonen van haar hart. Want schoonheid schenken aan de wereld vindt ze zoveel belangrijker dan naam en faam.
“Ik heb geen enkele pretentie”, vertelt ze, “en weinig uitstaans met de klassieke kunstwereld. Ik voel me meer met de mensheid verbonden dan met trends. Wat ik wens is iets creëren dat de ander met warmte vervult. Kunst is voor mij een daad van liefde, een tegengif voor de lelijkheid en het geweld in de wereld.”
Hiervoor schakelt ze in haar werk twee medestanders in: licht en kleur. Ze designeert het zelf zo niet, maar wij kunnen niet anders dan synesthesieën zien in haar werk: een moeiteloos overvloeien van kleur in klank en omgekeerd. “Voor mij zijn deze één”, vertelt ze, “ik probeer de gevoelens in mij zo goed mogelijk te vertalen naar een samengaan van kleuren, ik probeer te luisteren naar mijn innerlijke muziek en dit te transponeren naar het blad, te laten weerklinken wat ik hoor.”
Ze kiest liever voor papier dan voor canvas. “Papier is warmer, ontvankelijker, sensueler. Het is een andere levensvorm.” Oog in oog met het witte blad ontstaat een welhaast sacrale ontmoeting: “Elke tekening, elk schilderij is voor mij een conversatie. Face-à-face met een spiegel van jezelf. Iets waarvan ik diepgaand geniet, want het haalt onbewuste betekenislagen naar boven, die ik anders nooit opgemerkt had.”
Meditatief
Vooraleer ze aan het werk gaat, volgt er een periode van verstilling. Ze zoekt de plek in zichzelf waar alles tot stilstand komt, ver weg van de verstrooiing. Dat kan door simpelweg stilzitten, maar ook door wandelen of luisteren naar sacrale muziek die “uithemelt om ons op te hemelen”, aldus Saskia. “Ik probeer mijn lichaam voor te bereiden om zo goed mogelijk te kunnen luisteren. Hoe meer je mediteert, hoe meer openheid ontstaat voor dit alles”.
Ze begreep de noodzaak van die diepe concentratie en urenlange observatie voor het eerst toen ze in 2013 voor een wilde oceaan stond, in Portugal. Ze heeft daar een terugtrekplek, een ‘niemandsland’ weg van de wereld: “Het is alsof ik daar echt tot leven kom. De dynamiek van de golven geeft me een energie en een inspiratie die geen mens me kan schenken. Ik leerde daar te kijken, écht te kijken naar het wezen der dingen. De oesterschelpen die ik vond in de lagune waren een eerste stap. Hoe langer je observatie, hoe meer je inspiratie actief wordt. Dan pas kun je een authentieke representatie maken. Iets wat helemaal van jou is, wat dieper gaat dan de oppervlakte, dat raakt aan de werkelijke essentie van schoonheid.”
Schilderen lijkt voor Saskia Weyts dus erg op meditatie. Haar affiniteit met het oosten is groot. Ze is verknocht aan het denken van François Cheng (Vide et plein, 1991), die haar het belang leerde van leegte en witruimte. Al haar werken zijn voorzichtige apparities in het grote niets – een quasi vluchtige getuigenis in de omringende gastvrije oneindigheid. “Die witte ruimte is voor mij het licht zelf. Een puurheid en zuiverheid die kracht geeft aan de volle vorm. Iets wat leven laat ontstaan, zoals een pasgeborene wordt gewikkeld in een smetteloos wit doek.” Zo keek ze ook naar de keien die ze schilderde in 2017: “Hoe langer je kijkt, hoe meer het licht zich openbaart. Deze keien zijn anders van kleur, contrastrijker, meer opgelicht, als ze onder water zitten. Ik schilderde ze wanneer ze gedroogd waren, maar met het verblindende licht in het achterhoofd.”
Een droom
Als je Saskia Weyts hoort praten, heb je weinig vermoeden over haar achtergrond. Ze woont al jarenlang in Brussel, maar groeide op in Brugge. Haar ouders waren juristen en droomden voor haar een gelijkaardige toekomst – rationeel, afgelijnd. Maar zij werd omringd door andere inspirerende geesten, die haar de weidsheid toonden van de wegen die het leven kon gaan. Haar grootvader bijvoorbeeld, de schrijver en dichter Staf Weyts, die elke avond een verhaal vertelde voor het slapengaan en hiermee haar verbeelding aanzwengelde: “‘Doe vooral anders’, was zijn devies. Alles wat buiten de school viel, vond hij belangrijk.” En dan waren er ook de vele muzikanten aan haar moederskant en haar grootneef Herman Sabbe, waarmee ze een jarenlange correspondentie voerde als kind: “Uit die brieven kan ik afleiden dat ik reeds op jonge leeftijd tekende en poëzie schreef. En dat hij vond dat ik artiest moest worden.”
Zij allen, en misschien nog het meest de twee astrologen die deel uitmaakten van haar familie, zorgden ervoor dat ze haarfijn luisterde naar de droom die ze op een nacht had: ze moest kunst gaan studeren. En zo geschiedde – hoewel haar ouders het aanvankelijk beschouwden als een gril – eerst aan Sint-Lucas in Gent, daarna aan de academie van Doornik, waar ze op dit moment ook hoofddocent tekenen is. “Ik heb het geluk gehad dat ik zelf de nieuwe afdeling mocht oprichten en vormgeven, met collega’s die ik mocht kiezen en met de filosofie waar ik zelf achtersta. Ik loop hiermee helemaal niet in het geijkte paadje van andere kunstscholen, waar het conceptuele vaak primeert. Kunst draait voor mij om schoonheid, om ‘l’émerveillement’, de verwondering om het mooie. Pure passie is het. Dat tracht ik mijn studenten mee te geven.”
Golfbeweging
Kunst als onstilbaar verlangen, een criante noodzaak voor zij die als Saskia Weyts met zeer receptieve voelhorens uitgerust zijn. Een ‘nécessité intérieure’, zoals Kandinsky het noemt in zijn boekje Het geestelijke in de kunst (1911). “Ze zeggen wel eens dat ik geboren ben met een zesde zintuig. De uitdaging is voor mij om dat om te zetten in kunst. Het gevoel, weg van de rede, te laten openbloeien als een bloem, op papier. Schoonheid maakt ons innerlijk rijk. Ik probeer enkel tot mij te nemen én te creëren wat vreugde genereert, wat resoneert met het lichtrijke deel in mezelf.”
Hiertoe hanteert ze heel bewust kleur. Ze mengt haar kleuren nauwgezet vooraf, tot een harmonie die haar bevalt, en brengt dit dan in één of meerdere onbevangen bewegingen aan. Door te strijken met papier, of te masseren met haar handpalm, nooit met penseel. Sinds kort gebruikt ze ook het heen en weer wiegen van het papier zelf om tot een vorm te komen. “Als golfbewegingen, als eb en vloed, in eenheid met wat ons omringt. Er is verf die ik lang laat staan, tot ze een korrelige structuur krijgt, zoals erosie in de natuur. De verf zoekt haar weg, zoals een waterval of een rivier slingert in haar bedding. Ik ben slechts degene die me overgeeft aan de beweging. In de woorden van Picasso: ‘Je ne conduis pas, je suis conduit.’ Het moment dat ik macht tracht uit te oefenen over de beweging, valt deze stil, sterft deze af. Elke tekening is slechts een ademzucht, een kortstondige geste die zowel geboorte als dood in zich draagt. Ik ontvang ze als een gift, zoals ik ook het leven ontvang.”
Een mooier slotakkoord kunnen wij niet bedenken. Soms moet ook de kunstschrijver weten wanneer te zwijgen. En dat is nu dus. (point final).
3.Posted By Frederic De Meyer,december 2020, The Art Couch.be
Een meditatief spel tussen verf en papier, twee nieuwe reeksen van Saskia Weyts
Nieuwsgierig en alert gemaakt door het artikel dat Annelies Vanbelle aan het werk onlangs van Saskia Weyts weidde, begaf ik me gisteren tot Het Atelier in Brugge, waar ze op uitnodiging van Marleen Scevenels twee weekends lang haar nieuwe werk toont. Twee distinctieve reeksen, bezield met heel andere toonaarden, aparte innerlijke melodieën. Het verschil tussen beide reeksen getuigt meteen van de grondslag van haar kunstpraktijk: de eerste reeks werd gemaakt tijdens haar verblijf in Frankrijk, in de lente, omgeven door de steeds veranderlijke, zichzelf hernieuwende kleurenpracht van de natuur. In de tweede reeks primeert het grijszwart, die ze haalt uit haar wandeltochten doorheen het verlaten, herfstige Brugge, langs de onpeilbaar donkere grachten van haar jeugd.
De techniek blijft dezelfde: een soort meditatief spel tussen verf en papier, die zij enigszins dirigeert, maar evengoed een vrije, natuurlijke loop laat. Een flux ontstaat tussen haar mentale voorbereiding en de vorm die deze aanneemt in de patronen die zich in haar handen ontvouwen, een ‘eenheid’, waar geen definieerbare rol wordt toebedeeld aan de schepper of het geschapene. Het uiteindelijke ‘werk’ (wat een vies woord wordt dit plots in dit kader) kan dan ook niet gelezen worden als louter een transcriptie van haar gevoelswereld, maar wel als een zuivere extensie ervan.
Dat het dan eens donker kleurt, op uitnodiging van de zwarte Brugse kanalen in het
Brugge dat uit een roman van Yourcenar lijken te zijn ontsproten, bespekt met de blanke huid van de anachronistisch ogende zwanen erop, dan eens uitbundig kleurrijk en wulps als een langzaam ontluikende, onontgonnen landschap, het verschil is uiteindelijk heel miniem, misschien zelfs onbestaand.
Bij aanvang van ons gesprek vergelijkt ze haar praktijk met dat van een kalligraaf. Het verbaast me wat: is een kalligraaf niet bij uitstek een kunstenaar die het hele pad van zijn constructie nauwgezet beheerst, die doelbewust van meet af aan de uitkomst van zijn creatieve formule in het oog houdt, bij elke penseelstreek die hij uitvoert, elke beslissing die hij neemt? Saskia wijst echter op een andere gelijkenis: de magie van de kalligrafie ligt misschien minder in de uitkomst, maar in de uitvoering ervan, de fluïditeit van de handeling, de intensiteit van de inspanning wanneer hij aan het werk is, de eenheid die hij nastreeft tussen handeling en resultaat van het handelen.
The best teachers are those who show you where to look, but don’t tell you what to see…
4.Posted by Johan Debruyne, 23 décembre 2020, 13:19
·Subtiele SCHILDERIJEN
SASKIA WEYTS nog eens in haar geboortestad
Ooit heb ik haar inaugurele tentoonstelling toegelicht. In Brugge was dat. Lang geleden. Meer bepaald in een ruime kelder onder een horecazaak. Je moet ergens beginnen.
Hoe het werk er toen uitzag, ben ik vergeten. Saskia Weyts (°Brugge, 1964) volgde de lessen schilderkunst aan de academie van Doornik (waar ze vandaag de tekenafdeling leidt) en verdiepte zich nadien in Brussel in grafische technieken. Ze woont en leeft in Brussel en trekt met regelmaat naar plekken in Portugal en Frankrijk, waar ze - volkomen afgescheiden van het mensdom - probeert één te worden met de natuur, voornamelijk met de zee, die haar inspireert en geestelijk voedt. Het spel der getijden biedt haar zelfs tastbaar materiaal.
Onlangs stelde ze in Brussel tentoon. Maar corona verpestte het artistieke gebeuren. In die periode zag ik op het internet een foto van een klein werk van haar passeren. Het deed me bijzonder sterk terugdenken aan een klein schilderij op een brokje marmer, getekend “Pieter Vermeersch”. Dit was dan weer in Museum M Leuven. Het kleinood maakte deel uit van een bekroonde tentoonstelling die vele ingewijden als de beste Belgische tentoonstelling in jaren catalogeerden. Het werkje was niet meer dan een “wreef” verf, een kleine kleurrijke buiging, en het was alsof er geen menshand mee gemoeid was geweest.
Dit weekend nog kan de kunstliefhebber het verrassende en authentieke werk van Saskia Weyts in Brugge gaan bewonderen. Saskia trok zich gedurende zo’n 14 dagen terug in een bizarre, oude brok architectuur op de hoek van de s’ Gravenstraat. Je kan er wel royaal binnenkijken.
WIT EN LICHT
Er hangen enkele grote werken, maar de meeste schilderijen (olie op papier) liggen op tafels gespreid, enkel gescheiden door zijdepapier.
Als criticus en oude bekende mocht ik (digitalerwijs) mijn geheugen en mijn nieuwsgierigheid opfrissen en koesteren en doorheen haar oeuvre laveren. Toen nog geabstraheerd figuratief, maar al heel transparant, licht en bijzonder suggestief en sfeervol. Het spelen met wit en licht is altijd cruciaal geweest. De zogenaamde abstractie is er gekomen met ervaringen in Portugal, waar ze zich bewust afzonderde en alleen de oceaan zag, hoorde en ademde.
Nadat ze in een volkomen serene gemoedsstemming is geraakt en de kleuren zijn klaargemaakt, gaat ze die met haar handen over het papier spreiden. Gebarentaal met verf.
Collega Annelies Vanbelle van The Artcouch omschrijft haar werk als “sublieme synesthesieën”. Ik heb nu even te weinig tijd om me uit te putten in andere omschrijvingen, maar dit werk moét gezien worden, vindt ook voornoemde collega.
Hoe Saskia Weyts subliem en subtiel met kleur en licht werkt, leidt tot creaties die nauwelijks te vatten zijn en waarin een verhalenverteller als deze jongen van toch weer herkenbare dingen gaat zoeken. Leven, vormen, lijnen en lijven in fossielen waarin al zo veel leven zit versteend.
Haar werk vervult de kijker met warmte. Meer hoeft het voor Weyts niet te zijn. Schoonheid laten zien, geïnspireerd door landschappen, luchten, door zee, stenen en de schelpen, via een zuivere ziel en vaardige handen.
Uniek werk, nog dit WE van 11 tot 18u. in de ’s Gravenstraat 2 te 8000 Brugge, op een boogscheut van de Gistfabriek.